Midnachtzon

maandag 20 december 2010

Een Steen, geboren uit Sterren

Vorige keer had ik het over wetenschappelijk bijgeloof vs. antroposofisch bijgeloof. Mensen die antroposofie van de buitenkant bekijken, zonder zich erin te verdiepen, denken vaak dat het allemaal bijgelovige onzin is. De kwestie is dat er zowel bij deze mensen als bij antroposofen bijgeloof voorkomt. Veel mensen gaan tegenwoordig uit van de axioma's van een natuurwetenschap die allang niet meer bestaat. Die kijken je verbaasd aan als je zegt dat die tafel (bijvoorbeeld) bestaat dankzij hun perceptie en idee van: "tafel, dus hard, dus vorm, dus werkelijk". En nog gekker wordt het als je dan toevoegt dat de tafel uit grotendeels leegte bestaat met daarin pakketjes energie (wat dat laatste ook mag wezen). Die natuurwetenschap is onbekend.
Van de andere kant gaan sommige antroposofen ook uit van bepaalde geloofsregels waar niet meer over wordt nagedacht en neemt men dingen van Steiner aan, zonder ze zelf te onderzoeken. Oh nee, dat kan ik niet onderzoeken. Zoiets kon alleen Steiner. Nou, daar zijn we mooi klaar mee. Je kan natuurlijk niet alles zelf onderzoeken, maar hou je dan wel open voor de mogelijkheid dat de overtuigingen waar je je aan vast hield wellicht ook anders bekeken kunnen worden, omdat je werkelijkheid meerdere kanten heeft.

Als je ervan uitgaat dat je werkelijkheid meerdere kanten heeft, dan ga je ook anders denken. Dan kan je niet meer beweren dat alleen werkelijk is wat volgens jouw gegevens werkelijk kan zijn. Dan kan je er toe komen om te zeggen: het een is wat minder waarschijnlijk dan het ander, maar ik kan niet uitsluiten dat er een situatie bestaat waarin andere dingen waar zijn dan in de situatie waarin ik leef.
Eerlijk gezegd ben ik zelf zo opgegroeid. De regels die thuis golden en de regels van de school waren vaak tegengesteld. Ik denk dat heel veel kinderen die tussen culturen opgroeien dat herkennen. Dat vaste geloof in de universele waarheid van jouw eigen waarden en normen wat sommige mensen tegenwoordig als ideaal zien dat is voor mij niet mogelijk. Eerlijk gezegd, als ik naar de huidige politiek kijk, ben ik blij dat het niet mogelijk is.

Maar dit is nog een kwestie van hoe jíj de werkelijkheid ziet. Het wordt nog gecompliceerder, maar ook spannender als je ervan uitgaat dat je niet de enige bent die observeert. Stel nou dat je aanneemt: de buitenwereld observeert ook, want dat is het wat je zegt als je beweert dat de werkelijkheid naast materiële ook geestelijke aspecten heeft. 
Maar de bewering dat de werkelijkheid verschillende kanten heeft en dat daarom jouw kant van de werkelijkheid, of beter, jouw vorm van werkelijkheid niet de enig mogelijke is, heeft als uiterste consequentie dat er meer zaken mogelijk zijn dan jij kan bedenken. Een of meerdere geestelijke aspecten zijn daar een deel van.
Aansluitend stel ik dus voor dat de mensen die antroposofie een bijgeloof vinden eerst maar eens "Filosofie der vrijheid" van Steiner gaan lezen.

Kijk, vooroordelen hebben we allemaal. Je kan inderdaad niet alles weten. Maar als de vooroordelen gaan veroordelen, moet je oppassen is mijn ervaring. Meestal ben je dan bezig je af te sluiten voor wat werkelijk is, ben je bezig om bijgelovig te zijn. Neem nou maar aan dat ik dat uit eigen ervaring zeg. We doen dat allemaal. Maar ik merkte daar wat bij op. Iedere keer als ik een stukje werkelijkheid niet accepteer merk ik dat mezelf afsnoer. Mijn hart knijpt samen en ik heb iets buitengesloten; van iets of Iets het bestaansrecht ontkend, mezelf gepantserd tegen een stuk of wat mogelijke werelden. Je kan alleen echt kennen waar je van houdt en alleen houden van wat je echt kent. Is dat waar? Weet ik niet. Ik ga onderzoeken om te keren kennen en om van te houden. Zo wordt er misschien toch nog een piepklein stukje geheiligde wereld bij geboren.

maandag 29 november 2010

Iemand omschreef antroposofen eens als een groep weliswaar lieve, maar toch ook vooral bijgelovige mensen. Ik ben zelf nu maar pas een aantal jaren antroposoof en als ik kijk naar de mensen die ik ontmoet kan ik zeggen dat men als groep misschien terughoudender is dan gebruikelijk, maar dat het met dat lieve wel mee, of zo u wilt tegen valt.
Interessanter wordt het wanneer we het over die zogenaamde bijgelovigheid gaan hebben.
We zijn in het westen al zo'n tweehonderd jaar of meer bezig met verliefd te wezen op ons denkvermogen in het algemeen en de wetenschap in het bijzonder. Dat heeft ons geen windeieren gelegd. We kunnen lekker leven met en door de uitvindingen die we gedaan hebben. We hebben ook lange tijd aan niemand verantwoording hoeven af te leggen, want we waren( immers (duchtig gesteund door ons wapenarsenaal) het toppunt van beschaving op Aarde. Als anderen daar aanmerkingen op hadden (of hebben) kunnen we ze nog altijd als achterlijk of zelfs als terroristen terzijde schuiven. Of we zetten ze als 'nobele wilden' op een voetstuk en dan hoeven we ook niet te luisteren, want zoals iedereen op zijn klompen kan aanvoelen, nobele wilden, achterlijke lieden en terroristen zijn natuurlijk geen mensen zoals jij en ik.
We koesteren ons in onze slimheid, handelsgeest en wetenschap. Maar wat is dat voor wetenschap die we aanbidden, een wetenschap op grond waarvan we menen te kunnen zeggen dat bijvoorbeeld antroposofen bijgelovige lieden zijn en andere beschavingen een beetje achterlijk?
Ik kan me vaak niet aan de indruk onttrekken dat het een namaak-wetenschap is. Hou me te goede, ik ben zelf geen natuurwetenschapper, eerder een geïnteresseerde leek. Maar als ik iemand hoor beweren dat antroposofen bijgelovige lieden zijn, want ze geloven in van die onzichtbare eh, geesten en zo, dan denk ik: hoe zat dat ook al weer met die quarks en die 'dark energy'? "Ja maar, daar zijn waarnemingen van!" Bij die waarnemingen stokt het dus, want die 'geesten en zo', zijn ook waargenomen. Maar die waarnemingen tellen natuurlijk niet, want ze zijn niet wetenschappelijk. Dus wat is dan wetenschappelijk? Officieel goedgekeurde waarnemingen natuurlijk. O.
Het lijkt wel een geloof, die wetenschap.

maandag 22 november 2010

werelden

Er zitten veel kanten aan de antroposofie. Er is de sociale kant die zich uit in o.a. "filosofie der vrijheid", het vrije schoolonderwijs, de zonnehuizen bijvoorbeeld. Je hebt de landbouw en de schone kunsten, maar één kant van antroposofie blijft wat onderbelicht en dat is die van de natuurwetenschappen.
Een van de boeken die me geholpen hebben om Steiner te accepteren als leraar is "Filosoof der vrijheid" van Collin Wilson. Het boek is verfrissend. De schrijver is niet in aanbidding, maar hij is wel bereid om een geestelijke werkelijkheid te accepteren. Gevolg is dat hij kritisch blijft en toetst wat Steiner beweert zonder op voorhand diens ideeën af te wijzen. Het is een heel goed boek voor degene die iets meer wil weten over antroposofie, maar die afgestoten wordt door boeken van mensen die met hun volle overtuiging antroposoof zijn. Zo bekent hij in het begin eerst helemaal geen zin te hebben gehad in de opdracht van zijn uitgever om 'eens iets over Steiner te vertellen'. Hij was al wel eens in een boek van de goede man begonnen, maar had dat licht walgend weggelegd vanwege het taalgebruik. Nou, dat was alvast herkenbaar. Ik was toen begonnen in "Theosofie", een basisboek, en het was een buitengewoon geworstel om er doorheen te komen.
Gelukkig had ik een leraar die me voorstelde er tekeningetjes van te maken, maar voor veel mensen is Steiners manier van spreken een niet te nemen hindernis. Hij dacht namelijk vaak in beelden. En dan heb ik het niet over platte plaatjes, maar over weefwerken van schildering en beweging en geluid. Bovendien had hij meestal een publiek die niet over de nodige hoeveelheid natuurwetenschappelijke kennis beschikte. Kun je je voorstellen hoe het is om ideeën over multipele dimensies, kwantummechanica en stringtheorie uit te leggen aan een publiek van het begin van de twintigste eeuw? En als je dat kan, probeer dan maar eens de geestelijke kant ervan in heldere taal aan ieders verstand te peuteren. Veel wiskundigen tegenwoordig kunnen uitstekend rekenen met multi-dimensies of oneindige lijnen. Er zijn maar weinig mensen die zich het zaakje kunnen voorstellen.
 Wij denken tegenwoordig al een stuk beeldrijker dan de mensen die indertijd naar de lezingen kwamen die Steiner gaf, en natuurwetenschappers die ons de nieuwste theorieën proberen uit te leggen beschikken over prachtige power-pointpresentaties. Toch denk ik niet dat veel mensen die theorieën echt snappen, laat staan wat hun consequenties voor ons begrip van de werkelijkheid zijn.
Ik ga niet eens meer voorstellen om onderzoek te doen, want ik weet heel goed dat wetenschappelijk onderzoek tegenwoordig wordt gedicteerd door winst en de verlangens van wie er aan de macht is. Ik daag wel alle vrije geesten uit om notie te nemen van wat deze mens indertijd heeft onderzocht. Laat je er door de waan van de dag niet van weerhouden om verder te kijken dan je neus lang is. Ruk je oogballen los van je tv of computer en probeer andere werelden te verkennen dan door Hollywood en chemische industrie worden toegestaan.

maandag 15 november 2010

Per asperem ad astra

Dat is: via de steen naar de sterren. Niet meer alleen mediteren op een bergtop of afgelegen klooster (of anders in je eigen huis), maar van je laten horen op de marktplaats, zoals een vroegere leraar van me eens zei. Lange tijd wilde ik er niet van weten. Te grof, die marktplaats, teveel gescheld, vooral in Nederland op het moment. Maar als iedereen die verder wil kijken dan eigenbelang (of eigen land) zijn mond houdt, wel, dan hebben de schreeuwers het alleen voor het zeggen. Dus voeg ik me in het koor van 'andere geluiden'.
Maar waarom nou die steen en die sterren? Dit is een heel oud gezegde dat stamt uit de tijd van de alchemisten, en het slaat op die goeie ouwe 'steen der wijzen', ons bekend van Harry Potter. Maar de steen was natuurlijk ook een verwijzing. In mijn geval verwijst de steen naar de Aarde en naar het gebeuren wat wij 'werkelijkheid' noemen.  Sommigen onder ons kijken naar die werkelijkheid en nemen er een duik in. Dit is het. Enig en alleen werkelijkheid om je in veilig te voelen. Als de schoen niet meer past wringt men zich ongemakkelijk, maar laat het maar zo, een beetje passief, want er is immers niks anders? Anderen hebben de sterren in hun ogen en laten de steen voor wat hij is. Maar zoals ik al zei: dat gaat niet meer tegenwoordig. Als je het toch probeert kan je uitkomen in religieus fanatisme van wat voor merk dan ook.
Ik plaats de Steen te midden van de sterren. De Aarde verwijst naar de Kosmos en andersom.
Is dat praktisch? Ja, dat is praktisch, want zonder het besef dat materiële en geestelijke wereld twee handen op één Buik zijn, kan je bij wijze van spreke je medemens de kop wel van zijn romp af meppen en dan fluitend door lopen, want als er niks is wat overstijgt, als er geen moment is waarop je je denken aan je voelen en je voelen aan je denken toetst, dan is alles toch o.k.? Dan hoef je nergens verantwoording voor af te leggen.
Op dit moment balanceert er veel op de wereld tussen twee kwaden. Ja, ik gebruik dat ouderwetse woord. Er zijn mensen die in een onnadenkend en enkel-voelend religieus fanatisme duiken en menen dat ze het recht hebben om onschuldige mensen ter dood te veroordelen. Er zijn ook mensen die vluchten in een logische denkwereld, een kil intellectualisme dat iedere waarde of norm achterhaald vindt. En natuurlijk zijn er ook mensen die zich door het midden van dat alles een uitweg zoeken.
Ik wil denken en voelen. Als kind van twee culturen heb ik altijd de neiging tot bruggen bouwen gehad. Daarom ook staat er boven mijn artikel het schilderij 'Karmaweef'. Ik geef hiermee aan dat ik over de waan van de dag probeer heen te reiken. Ik geef ook aan dat ik dat doe vanuit mijn achtergrond als antroposoof.