Midnachtzon

woensdag 19 januari 2011

Denk-voelen ..... en willen

Eigenlijk gingen mijn twee vorige blogs over hetzelfde, zij het dan vanuit verschillende perspectieven. Het gedicht was een voorvoelde echo van wat ik later als antroposoof zou leren over denken, voelen en willen; het stukje daarvoor was een reflectie op dat leren.


Dit is een tekening die ik maakte naar aanleiding van lezing 2 uit "Algemene menskunde als basis voor de pedagogie" van R. Steiner. Het is een twee-dimensionale voorstelling van de werking van denken, voelen en willen. Het linkse (rode) driehoekje stelt het denken voor, het rechtse (blauwe) driehoekje de wil. De driehoekjes zijn nu eens in, dan weer uit elkaar geschoven, en dat stelt het ritmisch bij elkaar komen van denken en willen voor, dat het voelen voortbrengt.

Ons denken is een reflectie op het verleden, een schitterende diamant van bewustzijn; een ode aan, maar ook een boekhouding van alles wat wij als mensen ooit voortbrachten, ten goede of ten kwade. Dit is het deel van de mens dat waakt (althans overdag)
every inch of us making decisions of which way to go
and how to understand these choices....
think the Aleph 

Het voelen ontstaat uit de botsing, het samenkomen van denken en willen; verleden en toekomst; uit de botsing van wat wij denken te willen en dat wat het levenslot ons toebedeelt. Hoewel het voelen in het heden plaatsvindt, dat snijpunt van verleden en toekomst, is het bepaalt niet helder en wakker. Het droomt.
..you must stop and feel
your choises come crashing down around you...
see the Aleph
 
 Ons willen: dat had ik eigenlijk niet zo groot mogen tekenen. Ons willen is in diepe slaap. Het is datgene wat in potentie in ons aanwezig is, onze mogelijke ontwikkeling, onze toekomstige mogelijkheden. Steiner heeft het hier dus niet over onze verlangens van het moment, of de plannetjes die we uitdenken. Deze wil laat zich omschrijven als (levens)lot. Onze kiem van de toekomst die zich onmogelijk kennen laat:
..you feel that you can't really know it
but start dancig it...
be the Aleph

Zo zijn wij mensen dan als engelen met een manke vleugel en een haperend hart, verloren mijmerend over onze daden en soms een beetje door elkaar geschud omdat onze plannen in het honderd lopen.

donderdag 6 januari 2011

Time is choise

Als vroege twintiger schreef ik gedichten omdat ik niet wist hoe ik mijn ervaringen anders in woorden moest omzetten. Ze waren in het Engels omdat ik de beelden van die taal helderder vond dan die van het Nederlands. En als je een beelddenker bent is dat belangrijk. .

Time is choise and you're moving fast along
every inch of you making decisions of which way to go
and how to understand these choises
you never stand above them
for they're making up your world
just think the Aleph

Sometimes however you must stop
and feel your choises come crashing down
around you.
Now,
don't be down and out
but stand up and face them all
See the Aleph 

Now that you're there, happy and knowing
let's face it, this is not the real thing
something's hiding behind the world
and you feel that your can't realy know it
So start dancing it
start dancing your world
start dancing your choises
Be the Aleph.

Als ik danste waren mijn gedachten en ledematen in een betere balans dan op ieder ander tijdstip. 
Het gedicht rammelt waarschijnlijk als je naar het Engels kijkt, maar wat belangrijk is was het verlangen naar een balans die ver verwijdert lag van wat we daar in het dagelijks leven onder verstaan. Geen maatschappelijk aangepaste balans was dat, geheel in de stijl van toen. 
Toch was het ook een verlangen dat uitsteeg boven de waan van de dag. Ja, en natuurlijk had ik Borges gelezen. Maar het was ook een soort besef dat er meer is in de materie dan je bedenken kan en meer in je gevoel dan je met je alledaagse zelfje kan ondergaan, want ik wilde denkvoelen. Ik wilde dansen op de ruïnes van het denken en scherpe hoeken trekken in de mist van het gevoel. Soms had ik het gevoel dat er in mijn binnenste een vulkaan leefde die op het uitbarsten stond.
Zo heftig zie je dat niet meer op je vierenvijftigste. Maar met denkvoelen ben ik nooit meer gestopt.